Artikel 23 – Kind met een handicap
Rechten van een gehandicapt kind – Artikel 23 Kinderrechtenverdrag
Een kind dat een verstandelijke of lichamelijke handicap heeft, heeft recht op bijzondere zorg. De overheid waarborgt het recht van een gehandicapt kind op een waardig en zo zelfstandig mogelijk leven. Kinderen met een handicap moeten daarom zoveel mogelijk naar gewone scholen kunnen gaan en zoveel mogelijk thuis kunnen wonen. Ouders moeten daarbij ondersteuning krijgen vanuit de overheid. Bijvoorbeeld door het zorgen voor voldoende zorgaanbod en financiële middelen. De overheid zorgt ook dat een gehandicapt kind actief kan deelnemen aan de maatschappij. Bovendien zorgt de overheid voor bijstand om de toegang tot onderwijs, recreatie en gezondheidszorg te verzekeren.